Het verdwenen beroep van de bezembinder

 

In 2007 leven in Nederland leven ongeveer 217 mensen met de achternaam Bezembinder. In mijn geboortejaar 1947 zijn dat er 139. Het blijkt dat er in de provincie Zeeland in 2007 niemand met de naam Bezembinder woont. In Steenwijkerland en Amsterdam wonen in dat jaar de meeste mensen met als achternaam Bezembinder. In de provincie Groningen zijn dat minder dan 10, in de stad Groningen zelf 5, in Reiderland en in Delfzijl 1 tot 4 [1]. Varianten van de naam zijn trouwens Bezem, Bessembinder, Binder en Bezemmaker.

 


Een prent uit een oud prentenboek.

Maar een échte bezembinder, iemand die het beroep van bezembinder uitoefent…., zij zijn er niet meer, behalve dan op 'historische' markten waar mensen staan die het beroep nog als hobby aan het publiek laten zien. Waardoor is het beroep van bezembinder eigenlijk uitgestorven? In dit artikel probeer ik daar een antwoord op te geven. Het is één van de laatste zaken die nog herinnert aan het voormalige beroep bezembinder.

 

Een zwaar beroep

 

Het binden van bezems kan worden gezien als een uitzonderlijk zwaar beroep. Dit komt allereerst door de fysieke arbeid zelf. De bezems worden vervaardigd uit verschillende soorten takken en struiken.

De planten moeten handmatig en met blote handen geplukt worden op de heide. Dit is bloedig werk, aangezien de takken flink in de handen kunnen snijden.

De takken worden daarna gedroogd en vervolgens stijf bij elkaar gebonden, zodat de bezem zo stevig mogelijk wordt. Vooral het bij elkaar binden van de takken is zwaar werk. Als ze eenmaal samengebonden zijn, worden ze met een bijl op een hakblok tot de juiste grootte gehakt.

 

Vrouwen als bezembindsters op blote voeten circa 1898. Bron: Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898. Twee bezembindsters aan het werk met het bundelen van heidetwijgen. Collectie IAV – Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam. Licentie: Public Domain.

Geschikte planten

 

Bij het verzamelen van de takken voor de bezems moet onderscheid gemaakt worden tussen bezems die enkel voor in huis bedoeld zijn en bezems voor buiten op straat of in de stal. De bezems worden gemaakt van oude heide, berkentakken of brem. Voor bezems binnenshuis is vaak de huttentutplant gebruikt.

 

Bezembinden als bijbaan

 

Het bezembinden is beslist geen lucratief beroep geweest. Vaak is bezembinder dan ook een bijbaantje van boeren. Vooral in België komt het voor dat boeren uit de landbouw en veeteelt te weinig inkomsten hebben en als bezembinder nog wat extra inkomsten kunnen vergaren. In het Belgische dorpje Schoonderbuken heeft het bezembinden een blijvende impact gehad, aangezien de bevolking daar met carnaval de bezembinders genoemd worden.

Het komt overigens wel vaker voor dat steden hun bijnaam met carnaval danken aan een beroep dat vroeger in die regio belangrijk is geweest. Ook in Nederland gebeurt dit in sommige gebieden, zoals Oost- en Zuid-Nederland. Dat is geen vreemde keuze aangezien de benodigde takken en struiken daar op de heide volop aanwezig is geweest. Het komt echter weinig voor dat men enkel en alleen van het bezembinden rond kan komen.

 

Langzaam uitgestorven

 

Tegenwoordig zijn er nauwelijks bezembinders meer te vinden in Nederland. Wellicht dat de zware arbeid of de lage inkomsten daar een rol in hebben gespeeld, maar harde cijfers zijn daar niet voor.

 

Bij de beroepsstelling van 1930 zijn er in totaal nog 39 personen in het land die bezembinder als hun beroep opgeven. Opvallend genoeg zijn dit allemaal mannen, terwijl een foto op deze pagina toch iets anders laat zien. Ook vrouwen hebben zich met het bezembinden bezig gehouden.

 

 

 

'Rutenbesen', Besen aus Reisig. Foto: 29 januari 2005. Auteur: Thomas Schmidt. Licentie: GNU Free Documentation License.

 

Technisch gezien is het beroep echter zo goed als uitgestorven. De ruim 200 Nederlanders die nog altijd Bezembinder als achternaam hebben, blijven de herinnering aan dit verdwenen beroep levend houden, evenals de inwoners van Schoonderbuken tijdens carnaval.

 

Trouwens echte bezems (zoals op de afbeelding hiernaast) zijn niet zoveel meer nodig, want de meeste heksen zullen in de loop der jaren wel verbrand zijn….

 

 

 

 

 

 

 

Noten en bronnen:


1. Meertens Instituut, Nederlandse Familienamenbank (nu ondergebracht bij het CBG).
2. Het nieuwsblad. De Bezembinder.
3. Jaarboek CBG 1956, pag. 119.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.
Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...
geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 2 oktober 2020.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top